donderdag 6 februari 2014

Leeslijst


1. Mariken van Nieumeghen - auteur onbekend
Eeste uitgave omstreeks 1518, gelezen druk: 1998

2. De klucht van de Molenaer - G.A. Bredero

Eerste druk: 1613, gelezen druk: 2012

3. Reize door Aapenland - J. A. Schasz

Eerste druk: 1788, gelezen druk: 2012
4. Max Havelaar - Multatuli
Eerste druk 1860, gelezen druk: 2001


5.Het Schnitzelparadijs - Khalid Boudou

Eerste druk: 2001, gelezen druk: 2003
EE
6. Sofia, verhaal van een verboden liefde - Margalith Kleijwegt

Eerste druk: 2010, gelezen druk: 2012

7. Nooit geschreven brief aan mijn vader - Karima Ouchan (m.b.v. Dr. Fenneke Reysoo);

Eerste druk: 1999, gelezen druk: 2004

8. Het leven uit een dag - A.F.Th. van der Heijden 
Eerste druk 1988, gelezen druk: 2008

9. Zuiderkruis - Pauline Slot

Eerste druk: 1999, gelezen druk: 2007

10 Ik ook van jou - Ronald Giphart

Eeste druk: 1992, gelezen druk 2008

11 Oeroeg - Hella S. Haasse

Eerste druk: 1948, gelezen druk: 2000

12 Kaas - Willem Elsschot
eerste druk 1933, gelezen druk: 2012

13    De Kleine Johannes- Frederik van Eeden

Eerste druk: 1887, gelezen druk: 2006
 

Balansverslag

1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
Ik vond 'Nooit geschreven brief aan mijn vader." een heel aangrijpend boek. Dat boek heb ik gelezen op aanraden van mijn moeder. Zij had het al een tijdje in de kast staan en vond dat ik het ook maar eens moest lezen. Het is een waargebeurd verhaal en dat merk je ook. De gevoelens en de gebeurtenissen worden heel goed beschreven. Ik werd echt mee getrokken in het verhaal. Ik had het boek dan ook snel uit. 


2) Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen? 
Ik vond vooral de lessen waarin we de boeken van voor 1800 hebben gelezen en behandeld heel nuttig. Ik denk dat ik er niet doorheen zou komen als ik het zelf thuis zou moeten doen. Ook vond ik het erg fijn dat we ook filmmateriaal zagen van sommige boeken. Hierdoor onthoud je veel beter fragmenten en verhaallijnen, en begrijp je de achtergrond van het verhaal ook beter.
Ik vond de opdracht van de leesgroep ook heel leuk en interessant. Het hielp echt om er met elkaar over te praten en samen de opdracht te maken. Zo hoor je ook de ervaring en belevenissen van anderen bij hetzelfde verhaal.


3) Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?

Ik ben geen groot fan van literaire boeken lezen. Ik vind de meeste boeken gewoon heel erg saai. Het lezen van de Max Havelaar bijvoorbeeld vond ik echt geen leuke opdracht. Ik vind het een saai boek en ben er ook letterlijk bij in slaap gevallen. Dit komt onder andere omdat ik me totaal niet interesseer in het genre van de Max Havelaar. Maar ook omdat ik vind dat het heel saai is geschreven.

4) Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.


Ik denk dat ik wel meer open ben gaan staan voor literaire boeken dan eerst. Ik ben nog steeds geen fan, maar ik heb wel meer respect gekregen voor literatuur. Als ik een goed literair boek heb, dat over een interessant onderwerp gaat, kan ik er tegenwoordig wel helemaal in gezogen worden. 

Ik heb ook geleerd dat er in literaire boeken vaak een diepere betekenis schuilt. Het draait vooral om de details en de gedachten van de hoofdpersoon. Bij jeugdboeken (die ik natuurlijk las toen ik mijn leesautobiografie schreef) draait het vooral om de gebeurtenissen en de grote lijnen.

5) Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Ik vind dat ik mijn blog in de vierde en de vijfde klas redelijk goed bij heb gehouden. In de zesde had ik er wel meer op kunnen plaatsen. Ook zie ik vooruitgang in mijn leesverslagen. Mijn eerste leesverslag vind ik nogal simpel, maar mijn laatste verslagen vind ik veel beter.

Ik vind alleen de blog nogal onhandig. Ik snap dat het zinvol is om verslagen te maken van boeken die je in de vierde klas leest voor je lijst. Maar ik zie het nut er niet van in dat je ze vanavond voor 00:00 allemaal online moet hebben.

6) Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Ik denk dat de literatuur geen speciale plaats in mijn leven zal krijgen. Ik vind dat literatuur wel belangrijk is voor je algemene kennis, maar het speelt geen rol in mijn leven. Ik vind het wel leuk om af en toe met een goed boek een avondje op de bank te zitten maar het zal geen hobby of iets dergelijks van mij worden.

7) Welk advies heb je voor je literatuurdocenten

Ik adviseer om in de eerste plaats te stoppen met de reacties op elkaars blogs. Ik zie niet in wat daarvan het praktisch nut is. Ook vind ik het belachelijk dat je een lager cijfer krijgt als je niet "goed" hebt gereageerd. Ik vind dat je alleen beoordeeld zou moeten worden op je leesverslag en niet op de reacties die je bij anderen plaatst.
Ook zou ik vaker zo'n groepsopdracht doen. Ik vond het heel prettig om met een groepje hetzelfde boek te lezen. Je kon overleggen en meningen over het boek delen. Hierdoor ben je veel actiever met het boek bezig, waardoor het beter blijft hangen.

Leesverslag Zuiderkruis - Pauline Slot

Leesverslag Zuiderkruis - Pauline Slot

Algemeen

Titel: Zuiderkruis
Auteur: Pauline Slot
Uitgever: Arbeidspers
Jaar van uitgave/eerste druk: 1999
Aantal blz: 202


Samenvatting
De verteller van het verhaal is Emma Schager. Emma is een jaar gelden haar beste vriendin Floor verloren. Floor is tijdens haar reis door Australië, Nieuw-Zeeland en de Fiji-eilanden verdronken. Emma denkt dat Floor is weggegaan met de bedoeling nooit meer terug te komen. Ze probeert hierachter te komen door de reis van Floor aan de hand van haar reisbrieven en notitieboekje na te doen. Emma erft het hypotheekvrije huis van Floor. Ze trekt in dit huis nadat haar relatie met Paul over is, dat is op het moment dat Floor nog in Australië is. Ze blijft er na Floors dood gewoon wonen.
Emma en Floor hebben elkaar in het studentenhuis “de Poort” ontmoet. Ze hadden een kamer naast elkaar. Nadat Floor is afgestudeerd voor haar studie kunstgeschiedenis krijgt ze een baan als coördinator bij de studierichting Kunstmanagement. Op deze manier probeert ze universitair docent te worden, maar dat lukt niet. Ze heeft te weinig ervaring, omdat ze veel vrij neemt om te kunnen reizen. Floor reist veel en graag. Op een zeker moment neemt ze ontslag bij Kunstmanagement. Ze wil schilder worden en gaat naar de kunstacademie.
Als Emma en Floor samen op vakantie zijn ontmoeten ze Julia. Floor en Julia krijgen een relatie en trouwen. Julia krijgt lymfeklierkanker en ze overleeft de derde chemokuur niet. Floor en ook Emma hebben Julia tot het laatst gesteund. Na de dood van Julia is Floor werkloos, want ze is door Julia’s ziekte ook gestopt met de kunstacademie. Ze komt via haar broer Joost aan een baantje als suppoost in een museum. Eerst lijkt ze stil en ineengedoken te worden door het baantje in het sporadisch bezochte museum, maar als ze later gaat lezen tijdens haar werkuren leeft ze weer op.
Emma start haar reis net als Floor in Perth. Ze reist langs Albany, Stirling Range, Euda, Port Augusta en Alice Springs. Precies zoals Floor heeft gedaan. Ze wijkt alleen van Floors reisdagboek af door de Ayers Rock te beklimmen en op de top te overnachten. Floor heeft deze beklimming vanwege hoogtevrees niet gedaan. 
Emma probeert tijdens haar reis met mensen in contact te komen die Floor ook ontmoet heeft. Zo krijgt ze nog meer duidelijkheid over Floor. In Melbourne zoekt ze Floors oom en tante op. Van hen hoort ze dat Floor ook nog een jonger zusje Judy heeft gehad. Zij is 35 jaar geleden bij een verkeersongeluk om het leven gekomen. Dit heeft veel impact gehad op de situatie binnen Floors familie. Haar moeder schijnt heel erg veranderd te zijn en Floor en haar broer Jan waren vroeger onafscheidelijk, terwijl Emma het tegenovergestelde idee had. 
Emma heeft ook nog een korte relatie gehad met Jan. Dit heeft ze tot op de dag van Jans huwelijk (met een andere vrouw) voor Floor verzwegen. Toen bleek dat Floor het al lang wist. Emma kreeg daardoor de indruk dat Floor meer van haar wist dan zij van Floor. Vanuit Sydney gaat Emma net als Floor naar Nieuw-Zeeland . Ook daar ontmoet ze veel mensen die Floor gezien of gesproken hebben. Annemarie, een vroegere schoolvriendin van Floor, vertelt haar meer over de dood van Judy. Ze ontmoet ook Ellen, een andere goede vriendin van Floor en Emma, die kunstenares is. Emma heeft ooit een beeld van Ellen voor Floor gekocht. Het beeld was in de loop der jaren veel waard geworden. Floor besloot met toestemming van Emma en Ellen het beeld te verkopen zodat ze van het geld een jaar naar Australië kon gaan. Emma heeft hierdoor het idee op die manier schuldig te zijn aan de dood van Floor, later blijkt dat Ellen dit idee ook had. Emma zegt dan: “Gedeelde onschuld is hele onschuld”.
Vanuit Nieuw-Zeeland gaat ze naar de Fiji-eilanden, naar het kleine eilandje Tavewa. Ze blijft daar net als Floor twee maanden. Op het eiland leert ze Michael, een Duitse schilder, kennen. Michael stelt haar op de hoogte van de laatste twee weken van het leven van Floor. Hij is ook degene die de laatste brieven van Floor aan haar familie en vrienden in Berlijn op de post heeft gedaan. Michael werkt vier maanden in Duitsland en is de rest van het jaar op Tavewa. 
Emma gaat samen met Michael duiken. Op dat moment beseft ze door de druk van het water, dat Floor misschien niet zelf voor de dood heeft gekozen, maar door een ongeluk is verdronken. Ze heeft vrede met deze gedachte en vertrekt op de sterfdag van Floor weer naar huis.
http://www.scholieren.com/boekverslag/48592

Thema en Motieven
1. De zoektocht; Emma zoekt Floor. Abstract: ze zoekt zichzelf, ze heeft de plaats van Floor ingenomen; in haar huis en in haar familie.
2. Vrijheid tegenover sleur. Tijdens een reis blijf je in een plaats, omdat je daar werk hebt, maar na een paar weken heb je het wel gezien. Je hebt dan de vrijheid om te gaan wanneer je wil. 
Floor is ongelukkig in haar werk, daartegenover leeft ze op als ze op reis is.
3. Vriendschap en liefde. Het verhaal wordt door dit motief gedragen. Opvallend is dat het bij dit motief vooral gaat over de liefde en vrienschap met en voor vrouwen. De mannen hangen er een beetje bij. Emma begint alleen een verhouding met Jan om Floor te treffen. Er wordt ook niets verteld over haar gevoelens in de relatie met Paul. Als ze op reis met iemand naar bed gaat wordt over de inhoud daarvan ook niets verteld.

Eigen mening
Ik vond dit een redelijk boek. Ik vond het verhaal opzich wel heel leuk, maar ik vond het erg jammer dat er een open einde was. Ook werd ik niet zó erg geboeid door het verhaal dat ik wilde blijven doorlezen. Dus ik vond het geen slecht boek, maar ik vond het ook niet geweldig.

Leesverslag Ik ook van jou, Ronald Giphart

Leesverslag Ik ook van jou, Ronald Giphart

Algemeen
Roald Giphart, ik ook van jou
Nijgh & Van Ditmar in Amsterdam5e druk, 1995
181 bladzijdes

Samenvatting
De twee schrijvers Ronald en Edgar Fräser (Fräser) besluiten plotseling op vakantie te gaan naar Frankrijk. Onderweg moet Ronald veel aan zijn verloren liefde Reza denken. Eenmaal aangekomen in de “Dorrrrdogne” huren ze een kano. Ze varen de hele dag en tegen de avond komen ze bij een eilandje waar ze overnachten. Na die overnachting besluiten ze dat ze voortaan alleen nog maar in een hotel slapen (“of in een tent bij twee mooie vrouwen”). Ze geven de tocht de naam: 'Dordogne 1990, Grote Queeste naar Literatuur en Seks', want liefde en geluk is samen seks. Terwijl ze op een kiezelstrandje zitten zien ze twee hele mooie meisjes voorbij varen. Een blond meisje en een donker meisje: "Dit meisje, deze donkere nimf. Ze kijkt me aan en ik haar. Haar ogen naderen (uiteraard in slow motion) de mijne. (...) Ik blijf de negerin aankijken. Zij wendt haar hoofd af en kijkt naar de overkant van de rivier. Een paar seconden zie ik een eeuwigheid haar borsten."(pag. 49) Ze gaan ze achterna, maar verliezen ze uit het oog. Terwijl ze op een brugpijler uit zitten te rusten komen de meisjes weer in zicht. Daarna varen ze samen verder naar de camping van de twee meisjes: Silke en Nadine. De meisjes nodigen hen uit om langs te komen, waar de jongens meteen op ingaan. Ze gaan met zijn vieren uit eten en daarna dansen ze op een dorpsfeest. Ze wandelen in het donker terug naar de camping. Op een open plek in het maïsveld kust Ronald Silke, zacht en teder. Ronald moet denken aan de seksspelletjes met Reza. Even later beleven ze een heftige vrijpartij in een boom, waarbij ze niet te ver gaan, omdat ze bang zijn voor ziektes: "No neujking. We blijven gewoon heel erg volwassen"(pag. 142) De volgende dag blijkt dat Nadine en Fräser ook bezig geweest zijn, maar omdat Fräser spijt heeft van zijn overspel, nemen de vier afscheid. Ze laten de kano voor wat hij is en gaan na de lunch naar huis. Ronald rijdt op weg naar huis, en wanneer Fräser ligt te slapen neemt hij een besluit. Hij keert de auto en gaat terug naar Silke. Hij vindt haar in een discotheek. Ze hebben seks op de dansvloer en op dat moment beseft Ronald dat hij zijn nieuwe liefde heeft gevonden, de eerste na Reza.

Thema en Motieven
Het thema van Ik ook van jou is volgens mij “liefde” De liefde van Ronald en Fräser voor respectievelijk Reza (later natuurlijk Silke) en Samarinde speelt een sleutelrol in het verhaal. Motieven die tot dit thema leiden zijn: De vriendschap tussen Ronald en Fräser. De vele flashbacks waarin Ronald terugdenkt aan zijn relatie met Reza en hoe die tot een einde kwam. In die flashbacks, en ook in het verhaal zelf, komt erg veel seks voor. Want, zoals door Fräser werd opgemerkt: “liefde en geluk is samen seks”. Fräser heeft spijt van het feit dat hij is vreemdgegaan met Nadine, en besluit, uit liefde voor zijn vriendin Samarinde, terug te keren naar Nederland. En zoals op de achterkant van het boek staat beschreven “Ik ook van jou is een boek over macht en onmacht, trouw en ontrouw, liefde en literatuur”.

Hoe gaan de hoofdpersonen met hun problemen om?
Ronald: De relatie tussen Ronald en zijn ex-vriendin Reza is net uitgegaan. Toch blijft zij hem stalken. De vakantie van Ronald en Fraser is eigenlijk een vlucht van Ronald voor Reza. Tijdens deze vakantie wil Ronald het hoofdstuk Reza afsluiten, hij schrijft een boek over haar en vind een nieuwe liefde. Ronald doet dus twee dingen. Hij vlucht weg voor zijn problemen met Reza, maar probeert tijdens deze vlucht een plekje te geven aan zijn tijd met Reza door een boek over haar te schrijven.

Fraser: In het begin heeft fraser eigenlijk een probleemloos leven. Hij heeft zijn vriendin Samarinde, zijn grote geliefde. Hij gaat mee op reis met Ronald omdat hij de vriend van Ronald is. Zijn vriendin blijft thuis. Op reis komen de twee natuurlijk twee mooie meisjes tegen, en hoe kan het ook anders: Fraser gaat vreemd. Hier heeft hij veel spijt van, hij wil niet meer met het meisje praten en vlucht weg naar huis. Fraser vlucht dus weg voor dat ene kleine probleem die hij heeft.

Ik wil dit boek dus tot de stroming van het realisme rekenen. 

De rol van de ruimte
De ruimte speelt min of meer een rol in het verhaal. Het kanoen over de rivier in de Dordogne staat voor vrijheid. Het op vakantie gaan staat voor vrijheid. Het op vakantie gaan naar het romantische frankrijk staat voor de liefde. In de flashbacks gaat Ronald steeds terug naar zijn donkere studentekamertje, waarin hij opgesloten zit in een stad in Nederland met zijn vriendin Reza. Hij is welliswaar heel gelukkig, maar als het uitgaat heeft hij vrijheid nodig en wil hij niet nog langer vastgehouden worden door Reza in zijn kleine kamertje.

Eigen mening
Ik vond dit een erg mooi boek. Ronald Giphart schrijft vlot en het leest dus gemakkelijk. Ook zitten er veel mooie uitspraken in het boek zoals: ‘Ik hou van je, attenoje, dat is toch niet zomaar een zinnetje? Dat is een daad. Een bezegeling, Iets uitendelijks.’ En ‘de grap in mijn leven is dat nooit iets gaat zoals ik denk dat het gaat’ Deze zinnen en nog veel meer heb ik onderstreept om er later nog eens naar terug te kunnen kijken. Ik vond de personages uit het boek erg interessant, neem bijvoorbeeld Reza. Zij was onmogelijk. Als ronald al even naar een programma van meiden in hun bikini’s zat te kijken, vond zij al dat hij haar lelijk vond en niet meer van haar hiels. Ze verdag Ronald vaak van overspel, terwijl zij de enige was die dat deed. Dat er veel seks in het boek voorkomt, maakt het boek voor mij geen taboe. Het is misschien soms in grove bewoordingen geschreven, maar altijd wel humoristisch en met liefde. Het hele boek is eigenlijk humoristisch en liefdevol geschreven, hierdoor was het erg meeslepend en had ik het snel uit. Ronald Giphart noemt dit boek autobiografisch, wie weet is het zo, misschien ook niet. Het is in elk geval een prachtig boek en ik wil zeker meer van Giphart gaan lezen. 

Stromingsboek: De Kleine Johannes, Frederik van Eeden

A (Algemene informatie)
     Titel: De Kleine Johannes
     Auteur: Frederik van Eeden
     Plaats van Uitgave: Amsterdam
     Jaar van uitgave: 2006
     Jaar van eerste uitgave: 1887
     Aantal bladzijden: 160
     Genre: sprookjesachtige roman
     Stroming: Impressionisme 

Samenvatting

"De kleine Johannes" is een symbolisch sprookje met een serieuze ondergrond.Het is het ontwikkelingsverhaal van een jongen die het grote leven leert kennen. Daar schrikt hij flink van. Onzeker klampt hij zich vast aan zijn fantasie. (elf Windekind) Maar de drang om alles te weten laat hem niet los. (kabouter Wistik) Telkens moet Johannes kiezen: tussen fantasie en werkelijkheid, tussen schoonheid en goedheid, tussen godsdienst en atheïsme en tussen leven en dood. Aan het eind van het boek kiest Johannes niet voor de fantasie, maar voor de sociale roeping. Hij gaat mee met een Christus-achtige figuur naar de mensheid en haar weedom.
In het eerste hoofdstuk maken we kennis met de kleine Johannes. In het tweede hoofdstuk ontmoet Johannes Windekind.Hij gaat met hem mee naar de krekelschool. Hij leert daar dat de mens schadelijk is. Hij lacht om het haasje over springen van de krekels en verraad daarmee dat hij een mens is. Ze gaan verder naar een konijnehol. Ook hier leert hij weer dat de mens schadelijk is. In het konijnehol ontmoet hij de elfenkoning Oberon. Deze geeft hem een gouden sleuteltje. Hij lacht om het dansen van de dieren en verraad hier weer mee dat hij een mens is. Als ze weggaan ontmoeten ze de glimworm. Deze vertelt hun een verhaal waardoor Johannes weer leert dat de mens schadelijk is.
In het derde hoofdstuk wordt Johannes op een duin wakker. Hij wordt gezocht door zijn vader. Hij vraagt zich af of hij gedroomd heeft. Als hij het gouden sleuteltje vind weet hij dat hij niet gedroomd heeft. Het gaat die dag slecht op school. Na de school ontmoet hij Windekind weer. Ze gaan samen het gouden sleuteltje begraven in de duinen. Ook krijgt hij het verhaal van de roeping van de meikever te horen.

In hoofdstuk vier gaat Johannes naar zolder. Daar ontmoet hij Windekind weer. Samen gaan ze naar de vredemieren, die net van plan zijn de strijdmieren aan te vallen. Daarna gaan ze naar de mensen kijken. Windekind lacht om de mensen,maar Johannes is treurig en verraad daarmee weer dat hij een mens is.
In het vijfde hoofdstuk blijft Johannes bij Windekind. Winde- kind stelt hem voor aan kabouter Wistik. Wistik weet veel, maar het boekje waar het juiste in staat heeft hij niet. (dit boekje bestaat niet)
In het zesde hoofdstuk vind Johannes niet meer genoeg voldoe- ning bij Windekind en gaat terug naar Wistik. Hij denkt het boekje waarin het juiste staat te kunnen vinden. Hij wil teug naar Windekind, maar hij is geen elf meer.
In het zevende hoofdstuk ontmoet hij de tuinder en zijn vrouw. Hij mag bij hun blijven omdat hij niet weet hoe hij thuis moet komen. Wistik komt weer bij hem en herinnert hem aan hun afspraak.
In het achtste hoofdstuk ontmoet hij Robinetta met haar rood- borstje. Robinetta heeft Windekinds lach en Johannes wordt verliefd op haar.
In het negende hoofdstuk laat Robinetta hem de bijbel zien in de veronderstelling dat dit het gezochte boekje is. Johannes zegt dat God slechts een uitgedoofde petroleumlamp is en wordt weggestuurd door de vader van Robinetta. Samen met Wistik zoekt hij naar het sleuteltje, maar ze kunnen hem niet vinden. Hierop verlaat Wistik hem. Johannes ontmoet Pluizer.
In het tiende hoofdstuk is Johannes bij Pluizer. Deze stelt hem voor aan Hein en Dr. Cijfer.
In het veertiende hoofdstuk leid Pluizer Johannes rond in de stad. Ze zien dansende mensen en daarna gaan ze graven bezoe- ken. Johannes ziet zichzelf in zijn graf liggen. Ook Robinetta ziet hij in haar graf liggen.
In het twaalfde hoofdstuk vraagt Johannes zich af of hij de graventocht heeft gedroomd of niet. Johannes leert van Dr. Cijfer en Pluizer. Pluizer laat hem allerlei mensen zien. In het dertiende hoofdstuk wil Johannes graag nog een keer zijn vader zien. Samen met Dr. Cijfer en Pluizer gaat hij naar zijn vader toe. Zijn vader is ziek en als hij sterft wil Pluizer hem gaan ontleden. Johannes is het hier niet mee eens en weerstaat hem.
In het veertiende hoofdstuk hoort Johannes buiten roepen. Het is Windekind. Ook ziet hij iemand anders aankomen. Hij moet kiezen tussen de mens en Windekind. Hij kiest de mens.

Thema en Motieven

Het thema van dit boek is de geestelijke ontwikkeling van een kind tot een (jong)volwassene. Johannes groeit op en je beleeft zijn fantasieën. Elk figuur in zijn fantasieën symboliseert een abstract begrip.
De belangrijkste motieven in het boek zijn:
Elk figuur symboliseert een abstract begrip: Windekind staat symbool voor de grote kinderfantasie, liefde voor de natuur en het verlangen naar schoonheid en voor de onbezorgde kindertijd. Wistik symboliseert het verlangen om alles te weten en te begrijpen en om voor alles een verklaring te hebben, ook symboliseert hij het begin van de puberteit. Robinetta stelt de liefde en het 'verliefd zijn' voor en staat daardoor symbool voor de late puberteit. Pluizer staat symbool voor het rationalistisch denken en de studententijd.
Tegenstelling stad en natuur: De natuur speelt lang in de fantasie van Johannes, het is er prachtig en alles is mooi en levendig. Als hij in de stad komt ruikt het vies, alles is donker, iedereen kijkt nors, het is er totaal niet fijn in de gedachte van Johannes.
B (Specifieke opdracht: verwerkingsvragen)
a) Kenmerken van het Impressionisme:
  • uitgebreide omschrijvingen van de ruimte met nadruk op sfeer, schaduw en licht
  • veel bijvoeglijke naamwoorden
  • gevoel beschreven

b) Toelichting
  • ''De zon, rood en afgemat van haar dagelijkse werk, scheen een ogenblik op een verre duinrand uit te rusten, voor ze onderdook.”  -> wijst op beschreven ruimte met nadruk op licht, wat kenmerkend is voor het Impressionisme.
  • “Ach! Nu ging het droevig met de kleine Johannes. Ik wenste dat zijn geschiedenis hier eindigde. Hebt gij wel eens heerlijk gedroomd, van een tovertuin met bloemen en dieren, die u liefhadden en tot u spraken? En hebt gij dan wel in uw droom het besef gekregen, dat gij spoedig zoudt ontwaken en al die heerlijkheid verliezen? Dan poogt gij vruchteloos haar vast te houden en wilt het koude morgenlicht niet zien. Zulk een gevoel had Johannes toen hij medeging.” -> beschrijft het gevoel van Johannes, wat kenmerkend is voor het Impressionisme.
  • Hij dacht aan de diepte van het stille, heldere water voor zich, hoe gezellig het daar moest zijn, tussen die waterplanten, in dat vreemde schermerlicht, en dan weer aan de verre, prachtig gekleurde wolken, die boven de duinen zweefden, wat daar wel achter zou kunnen zijn en of het heerlijk zou zijn daar heen te kunnen vliegen. -> veel bijvoeglijke naamwoorden en de ruimte wordt duidelijk beschreven.
c) Buiten deze voorbeelden zijn er nog velen, en daarom vind ik het boek erg representatief voor het Impressionisme. Het heeft ook wel wat van het Symbolisme aangezien er veel gebruikt wordt gemaakt van symbolen. Maar het is veelal in schrijfstijl van het Impressionisme. Er worden enorm veel bijvoeglijke naamwoorden gebruikt en in elke ruimte dat Johannes zich bevindt wordt de ruimte uitvoerig beschreven. Ook alle personages en gedachtes worden (met veel bijvoeglijke naamwoorden) beschreven. 

C (Persoonlijke mening)

Ik vond het een goed boek, maar niet echt een boek voor mij. De structuur van het boek was duidelijk en goed begrijpbaar. Het verhaal zat goed in elkaar en was zeker goed te volgen. Het was af en toe ontroerend om te lezen dat Johannes zich zo alleen voelde en zo verlangde naar iemand die van hem hield. Ook vond ik het ontroerend dat hij zo lang bij een tuinman in huis mocht wonen en dat hij en zijn vrouw goed voor hem hebben gezorgd en dat Johannes toch wegvluchtte in zijn fantasie. Het verhaal was ook vermakelijk doordat Windekind veel grappige verhalen vertelde of dieren die iets hadden meegemaakt. Windekind verklaarde ook alles met zijn eigen verzonnen feitjes en gedachten, wat in de realiteit helemaal niet klopt en wat voor mij dus wel vermakelijk was. Toch was ik niet echt emotioneel, het waren oppervlakkige gevoelens. Dat komt misschien omdat ik het boek niet makkelijk door kwam en het niet heel interessant vond. Ik vond het niet interessant, omdat ik me niet kon verplaatsen in Johannes en zelf niet zo geïnteresseerd ben in de natuur. Ook vond ik het irritant dat er mensen bestaan zoals Wistik, die andere mensen manipuleren zodat ze helemaal gek worden. Ik ergerde me bij de stukjes van Wistik.
Met dit boek wilde Frederik van Eeden de mensen duidelijk maken dat schoonheid niet alles is in een mensenleven, maar dat mensen eens beter moeten nadenken over wat er echt belangrijk is in het leven. Ik denk dat je die bedoeling makkelijk uit het boek haalt. Hij is er ook in geslaagd, want na de publicatie sloeg 'De Kleine Johannes' in als een bom. Ik ben het wel met Frederik van Eeden eens, schoonheid kan heel verraderlijk zijn. Iets wat mooi is van buiten kan heel lelijk zijn van binnen.
De wereld in het verhaal is voor een deel in de werkelijkheid en vooral in de fantasieën van Johannes, maar dit maakt het boek niet onwaarschijnlijk, aangezien alles kan in je fantasie. Dit vind ik wel leuk aan het boek, want er komen veel sprookjesfiguren in voor, zoals elfen en kabouters. Zelfs de dieren en planten kunnen praten.
Ik vond het een apart boek, ik had nog nooit zoiets gelezen. Het is een sprookje, dus er zit altijd een moraal in. Ik vond het knap dat je de bedoeling van de schrijver nog in zo'n sprookje er goed uit kon halen.
Het is een ouderwets boek dus de schrijfstijl is zeker niet hetzelfde als die van moderne boeken, daarom vond ik het ook moelijk om door het boek heen te komen, ook al was het een dun boek. De woorden zijn dus ook ouderwets, maar geen moeilijke, dure woorden, waardoor het ouderwetse toch nog goed te begrijpen was.

Leesverslag Oeroeg, Hella S. Haasse

Oeroeg, Hella S. Haasse
Amsterdam, 1948, druk: 2000
76 pagina's 

Samenvatting
Het verhaal gaat over de vriendschap tussen de ik'-figuur en Oeroeg. De ik'-figuur is een zoon van een Nederlandse planters familie die een onderneming beheerden in Kebon Djati diep in het bergland van de Preanger. Oeroeg is een echte inlandse jongen, zoon van Sidris en Deppoh die als mandoer werkte bij de onderneming. De jongens zijn ongeveer even oud en omdat de hoofdpersoon enigs kind is gaat hij veel met Oeroeg om. Het verhaal is een lange terugblik op dit samenzijn. Bij alles waar de ik'-figuur aan moet denken in zijn jeugd komt automatisch het beeld van zijn vriend Oeroeg boven. Ze waren onafscheidelijk. 
De hoofdpersoon heeft weinig contacten met zijn ouders. Zijn moeder is ziekelijk en zijn vader is weinig thuis. Het is zijn vader een doorn in het oog dat zijn zoon zo slecht Nederlands spreekt. Meneer Bollinger wordt erbij gehaald, om hem beter Nederlands te leren. Oeroeg wordt hier van buitengesloten, maar hij mag wel staan te luisteren. Oeroeg blijkt hier al erg leergierig.
Tijdens een bezoek van gasten uit Batavia wordt er besloten om s avonds een bezoek te brengen naar Telaga Hideung, het Zwarte Meer, een meer waar over geheimzinnige verhalen de ronde doen. De hoofdpersoon gaat ook mee, net als de vader van Oeroeg. Men gebruikt een oud vlot om over het meer te varen. De groep is echter veel te wild, waardoor er een stuk van het vlot afbreekt. De hoofdpersoon valt eraf en in een poging om hem te redden verdrinkt Deppoh, die verstrikt raakt in de vele waterplanten.
Oeroeg mag mee naar de lagere school in Soekaboemi omdat zijn vader overleden is.  Oeroeg's school bezoek maakt dat andere inlanders opmerkingen tegen hem gaan maken.
Na de scheiding van de ouders van de hoofdpersoon komt hij bij Lida in Soekaboemi wonen, die voor hem zorgt. Als deze hoort van Oeroeg en wat die voor hem betekent mag die ook bij haar komen. Lida is ongehuwd en beheert een pension. Oeroeg's vorderingen vallen haar op en zij vindt dat hij verder moet leren. Als de hoofdpersoon naar de HBS in Batavia gaat komt hij daar in een internaat. Lida verkoopt haar pension en begint een nieuwe in Batavia. Zij betaalt de kosten voor de MULO van Oeroeg. Zij hoopt dat hij later arts zal worden.
In Batavia groeien de jongens een beetje uit elkaar. Oeroeg krijgt een paar andere vrienden erbij, waardoor het op school minder met hem gaat. Op voorspraak van Lida mag hij ook op het internaat komen, waardoor er meer controle op hem is. Op het internaat zitten voornamelijk kinderen van Europese ouders en een enkele zoon van een inlandse regent. Oeroeg past hier niet tussen. Op de MULO heeft hij minder problemen: daar zitten vooral halfbloeden. Alleen de ik'-figuur gaat op voet van gelijkheid met Oeroeg om.
Na de MULO gaat Oeroeg inderdaad voor arts leren in Soerabaja, aanvankelijk met een beurs, maar later weer op kosten van Lida. In Soerabaja krijgt Oeroeg politieke interesses, waarna hij zich tegen de Nederlandse overheersing en het dom houden van de man in de dessa keert. Oeroeg, die nooit erg aardig voor Lida was geweest en altijd haar zorg voor gewoon had aangenomen, is nu trots op haar: ze werkt in een inlands ziekenhuis als verpleegster en leert Javaans.
De ik'-figuur gaat voor zijn ingenieursopleiding naar Delft, waar hij tijdens de tweede wereldoorlog studeert. Na zijn studie neemt hij een baan in zijn geboorteland en gaat terug. Dit gaat samen met het begin van de politionele acties. Tijdens een bezoek aan zijn geboortestreek komen alle herinneringen weer boven. Ook gaat hij naar dat geheimzinnige meer Telaga Hideung. Opeens staat er een inlandse strijder voor hem, waarin hij Oeroeg meent te herkennen. Het enige wat deze tot hem zegt is 'Ga weg, je hebt hier niets te zoeken'. Oeroeg verdwijnt en de ik'-figuur blijft met lege handen achter. Hij komt tot de conclusie dat Oeroeg net is als het meer: ‘ Ik kende hem als een spiegelende oppervlakte. De diepte peilde ik nooit.’



Motieven & Thema's 

De motieven in dit boek zijn:
  • -       Vriendschap
  • -       Cultuurverschillen
  • -       Ongelijkheid
 Het thema van dit boek is de vriendschap tussen twee jongens met verschillende achtergronden.

Stromingen
Omdat de hoofdpersoon met z’n problemen probeert om te gaan en omdat het het leven van de alledag laat zien, bevat dit boek elementen van de stroming Realisme. Het geeft een realistische kijk op de Nederlandse bezetting in Indonesie. Verder geeft het een goede indruk van de problemen en gebeurtenissen uit niet alleen de hoogste milieus. Er wordt veel verteld over het leven van Oeroeg.

Daarnaast bevat het boek ook kenmerken van de Romantiek. Gevoelens worden uitgebreid besproken zoals wanneer de hoofdpersoon te horen krijgt dat de vader van Oeroeg is dood gegaan.

"Een grotere ramp had mij niet kunnen treffen. Het meest drukte mij het besef dat Deppoh was omgekomen terwijl hij naar mij zocht. Op alle uren van dag en nacht benauwde mij het verschrikkelijke visioen van zijn lichaam, worstelend tussen taaie, kleverige stengels. Herhaaldelijk werd ik gillend wakker uit mijn slaap."

Verder gaat Oeroeg wel rustig om met zijn emoties, maar er vindt een omslag plaats wanneer hij politieke interesses begint te krijgen. Vanaf dat moment uit hij niet alleen zijn onvrede over de maatschappij en de Nederlandse overheersing, maar hij gaat ook strijden voor een beter leven. Hij vlucht weg voor zijn oude leven, het leven van alle inlanders.
Dat zijn twee kenmerken van de Romantiek. Het gevoel van onvrede over de samenleving en  het verlangen om te vluchten uit het heden.
Daarnaast speelt het verhaal zich af in een land ver weg van Nederland. Tijdens de Romantiek was er grote interesse voor verre vreemde oorden en in het boek Oeroeg worden uitgebreide beschrijvingen gegeven van het exotische Indonesie.
Er is veel ruimte in het boek voor de beschrijvingen van het landschap van Indonesie.De wildernis speelt een belangrijke rol in het verhaal. De herinneringen van de hoofdpersoon gaan veelal over hoe hij zijn jeugd doorbracht in de natuur.
Ruimte
De ruimte heeft een belangrijke rol in het verhaal. Het speelt zich af in Nederlands-Indië en dat geeft een exotische sfeer. Het is voor veel mensen onbekend is hoe het er daar aan toe ging.
Ook is de ruimte belangrijk voor het contrast tussen de vrienden. De hoofdpersoon groeit dan wel op in Indonesië; hij blijft een blanke Nederlander. Het verschil met de gekleurde Oeroeg, die oorspronkelijk uit Indonesië komt, is hierdoor erg groot. Daar draagt dit buitenlandse decor aan bij.
Het verhaal geeft ook de invloeden van de Indonesische achtergrond weer op de hoofdpersoon. Het Nederlandse jongetje wordt door zijn Indonesische vriend Oeroeg in van alles beinvloed.

Mijn mening
Ik vond Oeroeg leuker om te lezen dan ik had verwacht. Af en toe was het wel moeilijk om te blijven lezen, maar door de lengte van het boek heb ik toch volgehouden. Ik vind vooral het einde heel mooi, we zullen nooit weten of de inlander echt Oeroeg was.